De Hoogstraat

Met de opkomst van de grote winkelketens, warenhuizen en supermarkten die zich in de tweede helft van de vorige eeuw op het Liesveld en aan het Veerplein vestigden, verdween de glans van deze vroeger zo levendige winkelstraat. Ooit, in een ver verleden, vervulde de ‘hoog gelegen straat' echter een hoofdrol in de geschiedenis van de stad...

De Hoogstraat rond 1885. Op de achtergrond is de toren van de Joannes de Dooperkerk te zien. Collectie Stadsarchief Vlaardingen, T228-082.

Het ontstaan

De Hoogstraat (= hooggelegen straat/weg) is aangelegd op een oeverwal van een grote kreektak die zich in de midden bronstijd (2000 – 1600 v. Chr.) al hier bevond. Deze oeverwal kende bewoning in de ijzertijd en ook de Romeinen wisten een hooggelegen woonplaats te waarderen. Na de 3e eeuw lijken de mensen Vlaardingen echter een tijdlang te verlaten.

Dit veranderde aan het begin van de 8e eeuw, toen er een houten kerkje verrees op de Markt. In rap tempo ontstond er een kleine nederzetting ten noorden van de kerk. De bewoners leefden in de vroege middeleeuwen vermoedelijk van de schapenteelt,  gehandeld werd er nog nauwelijks. Daar kwam rond het jaar 1000 verandering in. Een grafelijk hof verrees en de handel kwam op gang. De Hoogstraat veranderde in de drukste straat van  het graafschap Holland en floreerde als nooit tevoren.

Bewoning aan de Kortedijk

Ingekleurde handschriftkaart die Jacob van Deventer maakte rond 1560. De Markt, Hoogstraat en Kortedijk vormen de ruggengraat van de stad. Collectie Stadsarchief Vlaardingen, KVL0083.

Omstreeks 1200 zien we bewoning ontstaan op het noordelijk deel van de Hoogstraat, dat tot dan toe onbebouwd was gebleven. De oorzaak hiervan was, dat de zuidelijke oeverwal onderbroken werd door een gebied van venige, zompige klei, het ‘Swarte velt’ genaamd en pas weer verder doorliep ter hoogte van de Kortedijk.

De bewoners op dit stuk van de Hoogstraat leefden op boerderijplaatsen, ‘Grafelijke Hofsteden’ genoemd, die door de graaf van Holland werden verpacht. Het tussenliggende ‘Swarte velt’, dat zich tussen de huidige Afrol en de sluizen bevond, is pas vanaf 1879 officieel ‘Hoogstraat’ gaan heten.

Naamgeving

De verschillende delen van de Hoogstraat droegen ook verschillende namen. Het oudste en zuidelijke deel, tussen de huidige Blokmakersplaats en de Markt, wordt vanaf 1561 ook wel ‘Dubbel(d)estraat’ genoemd, ongetwijfeld door de bewoning aan weerszijden. Vanaf 1580 komen we de namen ‘Cruysstraat’, ‘Dijkhuizen’, ‘Oostzijde van Dijkhuizen’ en ‘Westzijde van de straat’ tegen. Het erachter gelegen noordelijker deel, van de Blokmakersplaats tot aan de Afrol, heette rond 1600 ‘Dijck’ en ook wel ‘Lange dijck’.

Veel steegjes en slopjes, zoals onder meer de Lombardsteeg, de Blokmakerssteeg, de Vrouwensteeg, de Timmersteeg en de Kwakelsteeg gaven doorgang naar de bebouwing erachter.

Al vóór 1351 was de Hoogstraat, of in ieder geval delen ervan, bestraat. Hiervan getuigt een passage uit datzelfde jaar die samenhangt met de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De stenen uit de Markt en de Hoogstraat dienden toen een heel ander doel: ze werden gebruikt om kastelen mee te beschieten…..

Bebouwing

Het zuidelijk deel van de Hoogstraat was aan beide zijden bebouwd, waarvan de aan de westkant gelegen huizen veelal over lager gelegen kelders beschikten. Aan deze kant van de Hoogstraat was het talud immers een stuk hoger dan aan de andere kant.

Uit bronnen blijkt dat er in de 16e eeuw een brouwerij zat, een aantal boerderijen en tal van huizen met erven. Hierin woonden veelal mensen die een ambacht uitoefenden en hun nering aan de van luiken en uitklapbare ‘toonbanken’ voorziene voorzijde van het pand hadden. Je vond er wevers, bakkers, kuipers, timmerlui en andere ambachtslieden. Ook vissers en andere zeevarenden maakten onderdeel uit van de toenmalige bevolking. De dramatische stadsbrand van 1574 verwoestte het merendeel van de huizen aan de Hoogstraat. Ook van de bebouwing op de Markt bleef praktisch niets meer over.

Het aanzien verandert

Koffie- en theehandel H.J. Schenk op de Hoogstraat rond 1955. Collectie Stadsarchief Vlaardingen, T228-003.

Na het herstel van de stad verplaatsen de werkruimten van de ambachtslieden zich van lieverlee naar de achterzijde van de panden. De voorkant kreeg een bestemming als winkelruimte. In dit concept pasten geen kleine vensters en in het midden van de 19e eeuw gaat men over tot het plaatsen van winkelpuien. Vele prachtige klok-, tuit- en trapgeveltjes moesten voor deze innovatie wijken. Mét de aldus ontstane etalages, steeg ook de concurrentie onder de neringdoenden. Hierdoor werd reclame maken een noodzaak, wat blijkt uit de hand over hand toenemende reclame-uitingen in de plaatselijke kranten.

De Hoogstraat was in trek, er ontstond een steeds groter wordend aanbod aan verschillende winkels en er viel altijd wat te beleven. Bovendien kon je er ook nog eens heerlijk flaneren.

Kentering

Door de opkomst van het autoverkeer in het midden van de 20e eeuw, ontstond de behoefte om de infrastructuur te verbeteren en een doorbraak van de Hoogstraat, in 1941, volgde. Hiermee ontstond in 1951 de Korte Hoogstraat, die aanvankelijk ‘Verbindingsweg’ heette. Ook vond er een verbreding van de Afrol plaats, waarvoor drie panden het veld moesten ruimen.

De bouw in 1969 van het Liesveldviaduct, dat het zuidelijke en meest oorspronkelijke deel van de Hoogstraat rigoureus doormidden kliefde, moest definitief afrekenen met het verkeersprobleem van oost naar west en vice versa.

Het Liesveldviaduct in aanbouw rond 1964. De foto is in oostelijke richting genomen. Collectie Stadsarchief Vlaardingen, T317-010.

Hiermee werd een kentering in gang gezet die verstrekkende gevolgen zou hebben. Door de komst van grote winkelketens die zich aan het in de jaren ’60 gebouwde Liesveld en latere Veerplein vestigden, maar ook door de afsluiting van de Hoogstraat voor al het gemotoriseerde verkeer, moest de eens zo bloeiende winkelstraat het onderspit delven. 

Het gemeentebestuur en winkeleigenaren deden veel pogingen om de straat nieuw leven in te blazen, maar lange tijd was er voor de Hoogtraat enkel een bijrol weggelegd. Met het Actieplan Wonen, de woonvisie van Vlaardingen tot 2030, verschoof de focus van winkelen wat meer naar wonen. De ambitie die de gemeente heeft voor een levendige binnenstad zullen ook effect hebben op de toekomstige ontwikkelingen in deze oeroude straat.

Bronnen

  • T. de Ridder, 2007: De archeologische en historische wortels van de Hoogstraat -  Zien, Denken, Doen – De transformatie van de Hoogstraat.
  • J. ter Brugge, 2007: Ontwikkeling, vorm en functie van de Hoogstraat - Zien, Denken, Doen – De transformatie van de Hoogstraat.
  • E. Verloop, 1999: De Hoogstraat, in: Welzijn Intern, jaargang 3, nr. 26.